Voor een kasteelt had je bijvoorbeeld Primella of Gorella nodig, voor de buitenteelten waren het Red Gauntlet en later de veel te mooie maar smakeloze en ziektegevoelige Sivetta, gevolgd door Elvira, Tenira en Korona. Wilde je nog wat later oogsten dan kon je de Bogota telen, of doordragende rassen als Ostara, Rabunda en Rapella. Zo was er voor elke periode in het jaar wel een assortimentje rassen waar je als teler uit kon kiezen.
Toen de Elsanta op de proppen kwam werden alle andere rassen zo ongeveer van tafel geveegd. Elsanta kon altijd en overal geteeld worden, dat was lekker makkelijk, het ras had een goede productie en de handel zag hem graag. Hij was ook best nog goed te eten, dus het is een kaskraker geworden voor de veredelaars en de aardbeiensector. Het duurde erg lang voordat er weer nieuwe rassen kwamen die de strijd met Elsanta konden aangaan. De laatste jaren zie je weer wat meer diversiteit in de winkel komen, maar dat gaat mondjesmaat.
Nee, Elsanta heeft niks met 'de heilige' te maken. Het is een Nederlands ras, eigendom van het bedrijf FreshForward. De naam is een samentrekking van Elst, de plaats in Gelderland waar het ras ontdekt is en de naam van het betreffende proefbedrijf 'De Santacker'. Elsanta, zo zit het dus...
Welkom op de Aardbeienacademie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten